Zingend door het leven

interview door Koen Greven | september 2024

'Zoo ik ièts ben, ben ik een Hagenaar', staat er gebeiteld in de sokkel waarop het standbeeld van de beroemde schrijver Louis Couperus (1863-1923) aan de statige Lange Voorhout staat. Als de hedendaagse liedjesschrijver Harrie Jekkers (1951) zich iets voelt, dan is het Hagenéés. In zijn geboortewijk wordt hij geëerd met een tekst op een appartementencomplex uit zijn liedje O, O, Den Haag; 'Ik zou best nog wel een keertje net als vroeger in Moerwijk willen wonen'.

 

Jekkers –  afwisselend woonachtig in Utrecht en op Ibiza – is al meer dan vijftig jaar weg uit Den Haag. De stad die door lange Laan van der Meerdervoort in de volksmond is verdeeld tussen Hagenaren en Hagenezen. De rijken wonen op zandgrond, de huizen van de armen staan op het veen. Het ligt niet voor de hand dat de eerste zin van  het ‘Haagse volkslied’, ooit nog bewaarheid wordt. Al verloochent Jekkers zijn afkomst zeker niet. „Ik moet zeggen dat Moerwijk heel mooi is opgeknapt. Mijn wortels zullen daar altijd blijven liggen”, zegt hij in zijn Utrechtse stamcafé Hofman. „Soms heb ik nog heimwee naar mijn jeugd. Maar misschien kijk ik wel juist met zoveel liefde naar Den Haag omdat ik er niet meer woon.”

Hoewel Jekkers zich profileert als volksjongen, die met plat Haagse teksten de lachers op zijn hand krijgt, weet hij met  maatschappelijke teksten zoals bij  het liedje Over de muur ook een snaar bij intellectuelen te raken. Jekkers is naar eigen zeggen op zijn 73ste uitgegroeid tot een wereldburger, die een gemêleerd publiek weet te vermaken. Hagenaren en Hagenezen. „Professoren en patjepeeërs”, zoals hij zelf zegt. Maar Jekkers is ook geliefd buiten de Hofstad. Hij kijkt uit naar zijn nieuwe voorstelling In mijn liedjes kan ik wonen, die vanaf september een vaste plek op de zondagmiddag krijgt in de Koninklijke Schouwburg. Gelegen bij de Haagse Korte Voorhout en het Harrie Jekkersplein.

Achter de duinen

Jekkers kreeg dát eerbetoon in november 2022 nadat zijn solovoorstelling Achter de duinen met 650 plaatsen 63 keer achter elkaar uitverkocht was. Het was een knipoog naar zijn Straatnaambordjesblues waarin hij zich in 1992 als een aangeschoten stapper op weg naar huis afvroeg wat je moest doen om net Adriaan van Ostade en Jozef Israël een Haagse straat naar je vernoemd te krijgen. „Prachtig om nog bij leven bij mijn eigen plein op te mogen treden”, zegt hij met een grimas zijn gezicht. „Geen idee of het weer een succes wordt. Want aan alles komt een keer een einde. Ook aan de populariteit van Harrie Jekkers.”

Aanvankelijk dacht Jekkers dat zijn loopbaan aan het begin van deze eeuw voorbij was. En dat hij levend als een kluizenaar op Ibiza in de vergetelheid zou raken. Dat bleek een misvatting. Sinds Jekkers in 2015 een comeback in de Nederlandse theaters maakte, is hij bezig aan zijn tweede leven op het toneel. En dat voelt als een onverwachte bonus. Jekkers: „Ik zie het leven als een mooi, maar onbegrijpelijk cadeau. En dat wordt me straks weer afgenomen. Tot het zover is probeer ik er het beste van te maken.” En dan herhaalt Jekkers lachend een zin die hij vele malen op het toneel tegen zijn publiek heeft uitgesproken: „Doodgaan is wel het laatste wat ik doe.”

Als voorlopig slotstuk neemt Jekkers zijn publiek dit jaar mee op autobiografische reis langs liedjes die van invloed op zijn leven zijn geweest. Geschreven door hem zelf en door anderen. „Ik hou er niet van om te preken, maar in een liedje kan je heel mooi een bepaalde boodschap verpakken. Of een klein verhaal vertellen dat mensen bijblijft. Het is een prachtige kunstvorm”, legt Jekkers uit. „Neem, ‘genieten van het leven’.  Dat kan je met een botte tekst  op zijn Haags zingen: ‘Grijp je kans en dans als je durft.’ Maar je het kan het ook poëtischer brengen als: ‘Later is allang begonnen en vandaag komt nooit meer terug’.”

Lou Bandy

Met een goed liedje kun je volgens Jekkers  iets blijvends achterlaten. „Neem Lou Bandy. Een Haagse volkszanger uit de jaren dertig van  de vorige eeuw. Wie kent zijn naam nog?” Jekkers begint opeens zachtjes te zingen: ‘Als het zonnetje weer schijnt, en de kou loopt op zijn eind, krijg je het heerlijke gevoel dat de crisis weer verdwijnt’. Grapjes worden snel vergeten, maar de tekst van dit liedje zit bij velen nog in het geheugen gegrift hoor.”

Jekkers wilde meer zijn dan een Haagse volkszanger. Hij hield zelfs jaren geheim dat O, O, Den Haag zijn creatie was om te voorkomen dat hij als ‘een Haagse Hazes’ bekend zou komen te staan. Dat liedje had hij gemaakt om iets leuks te kunnen spelen op de 30ste verjaardag van zijn vriend Cees Grimbergen wiens tongval volgens de Vara te ‘Haags’ was. Tot Jekkers schrik werd het een hit en verschuilde hij zich achter het pseudoniem Harry Klorkestein (een anagram van Klein Orkest).

Jekkers wilde veel liever de geëngageerde zanger van het Klein Orkest zijn. Hij heeft het zingen van liedjes met een diepere laag over grote thema’s als de dood, de liefde en de eenzaamheid tot een kunst verheven. Ziet Jekkers  dat ook als een levenswerk wat zijn bestaan de moeite waard maakt? Hij  zucht even. Neemt een slok van zijn witte wijn en herhaalt de vraag hardop. En denkt nog even na. „Ja, als je dat zo stelt, dan geldt dat wel voor mij”, zegt hij. „Zingeving is een wezenlijk onderdeel van mijn werk. En van mijn bestaan. Soms kun je mensen aan het lachen maken. Laten nadenken over iets. Inspireren beslissingen te nemen. Om te scheiden van hun man bijvoorbeeld. Stil te laten staan bij het onvermijdelijke van de dood. Of om mensen van zichzelf  laten houden.”

Ik hou van mij

Jekkers komt in het volle Utrechtse café met een concreet voorbeeld van een liedje dat een eigen leven is gaan leiden: ‘Ik hou van mij’. „Daarin draai ik alles wat je normaal gesproken tegen een ander zou zeggen naar mezelf toe. Zo zing ik: ‘Ik hou van mij, want ik ben de verreweg de leukste die ik ken’. Natuurlijk doe ik dat met een lach. Tegelijkertijd is het een sterke boodschap. Dit liedje wordt nu bij allerlei therapieën gebruikt. Want niet iedereen houdt van zichzelf. Het voelt als heel waardevol als ik mensen daarbij een steuntje in de rug kan geven.”

Is het via liedjes doorgeven van levenslessen altijd uw missie geweest?

„Nee, dat is zo ontstaan. Maar ook weer niet geheel toevallig. Het heeft wel met mijn kijk en mijn manier van leven te maken. Het lag misschien voor de hand om als twintiger een vrouw te zoeken en samen kinderen op te voeden. En het leven zo door te geven. Het geijkte model. Een automatisme. En dat past niet bij mij. Ik vond het prima om een zoon van mijn vader te zijn, maar wilde zelf geen vader van een zoon zijn. Ik wilde gewoon geen kinderen.”

Jekkers weet uit ervaring dat vragenstellers geen genoegen nemen met zo’n summiere uitleg. Talloze malen heeft hij moeten beargumenteren waarom hij afwijkt van het bekende stramien. „Als je geen kinderen hebt, dan moet je je  verdedigen. En dan word je vaak niet geloofd. Of ze proberen je op anderen gedachten te brengen. Dat heeft me al heel wat relaties gekost”, legt Jekkers uit. Hij doet nogmaals een poging om zijn keuze onder woorden te brengen. Jekkers: „Het is niet dat ik niet van kinderen houd. In tegendeel zelfs. Ik ben dol op ze. Daarom heb ik ook zoveel kinderliedjes en kindershows geschreven. Ik wil er alleen geen verantwoordelijkheid voor nemen. En misschien zit er ook wel iets egocentrisch in. Ik wil niet dat een kind belangrijker wordt dan ik. Ik ben altijd zeer  gehecht geweest aan mezelf en aan mijn vrijheid. Dat is gewoon heilig voor mij.”

'Vrijheid', is ook het thema van misschien wel het bekendste liedje dat u heeft geschreven: Over de muur. Dat gaat over het verschil tussen leven in Oost- en West-Berlijn. Communisme versus kapitalisme. Waarbij alleen vliegende vogels in vrijheid kiezen waar ze hun brood eten. Hoe is dit lied ontstaan?

„Begin jaren tachtig was het bij linkse jongeren zoals ik mode om naar Berlijn te gaan. Dan sliepen we in kraakpanden in Kreuzberg en gingen altijd één dag van west naar oost. Je kwam in een soort politiek themapark terecht. Geen reclames. Overal vlaggen en vaandels. Mannen in pakken. Trabantjes. Indrukwekkend. Maar je was wel blij als je weer bij Checkpoint Charlie de grens over was. De controles waren daar heel streng. Overal van die Oost-Duitse agenten die met spiegels onder de auto’s keken. Ik zag daar een keer opeens een hond gewoon overal tussendoor zo de grens over lopen. In die tijd waren we net begonnen met het bandje Klein Orkest. Ik heb al die indrukken gebruikt voor een liedje dat we in oktober 1983 tijdens de  grote vredesdemonstratie op het Haagse Malieveld speelden. Ik wilde een zo gebalanceerd mogelijke tekst maken over de prijs die aan beide kanten van de muur voor de vrijheid moest worden betaald. Meer vrijheid zorgt voor meer ongelijkheid en minder ongelijkheid gaat vaak ten koste van de vrijheid. De hond heb ik veranderd in vliegende vogels.”

Lag de waarheid over de  vrijheid van de burgers van Berlijn destijds wat u betreft  ergens in het midden?

„Nee, dat niet. West heeft het natuurlijk ook gewonnen van oost. Veertig jaar geleden was ik wel idealistischer dan nu. Ik was geen communist. Daar geloofde ik niet in. Ik behoorde tot de libertair socialisten. Dat betekende zoveel mogelijk gelijkheid en zoveel mogelijk vrijheid  voor iedereen. Voor mij was de anarchie die aan het einde van de Spaanse Burgeroorlog (1936-1939) in Catalonië heerste een soort ideaalbeeld. De macht lag daar bij  de vakbonden. Die namen per beroepsgroep de beslissingen. Voor de hoeren, de timmermannen of de soldaten. Uiteindelijk bleek dat ook een utopie. Ik ben zeker niet al mijn idealen kwijtgeraakt. Ik zie mezelf nu als een sociaal democraat. Ik denk dat bij deze vorm van democratie in de praktijk het beste functioneert.”

Hoe kijkt  u aan tegen de hedendaagse Woke-beweging? 

Jekkers lacht: „Woke? Nee, Daar ben ik niet van. Zoals de acteur John Cleese zei: ‘Woke kills comedy’.” Dan gaat Jekkers even verzitten en probeert hij  met afgewogen woorden de strijd tussen verschillende generaties te schetsen. „De tijden zijn veranderd. En dat heb ik in zeventig jaar zelf zien gebeuren. Mijn moeder zat vroeger ook thuis met een schort voor op ons te wachten met een beschuitje en een kopje thee. We deden thuis geen flikker. Dat mens deed alles. Als ik vroeg waar mijn sokken waren, dan kreeg ik die een paar seconden later uit haar handen. Toen ik later aan mijn vriendin een keer vroeg waar ze  lagen, riep ze gekscherend door de kamer: ‘Sokken? Sokken? Waar zijn jullie?’ Het is niet meer zo als in de jaren vijftig toen de heteroseksuele  witte mannen overal de dienst uitmaakten. Vrouwen, homo’s en zwarten hebben zichzelf een positie verworven in de maatschappij. Die zijn al die verworvenheden van ons zat. Ze zijn aan de winnende hand. En dat is goed. Het hoort bij de natuurlijke gang van het leven. Zelfs als het allemaal wat wordt overdreven. De slinger moet altijd eerst te ver doorslaan om in het midden veranderingen te bewerkstelligen. Zoals Zwarte Piet. Dat werd tien jaar geleden hard neergezet als racisme. Nu door heel veel mensen wordt ingezien dat de rol van Piet ook anders ingevuld kan worden, heeft Kick Out Zwarte Piet zichzelf opgegeven. Zo moet het gaan.”  

Is de Harrie Jekkers van 2024 op het podium heel anders dan de Harrie Jekkers van de vorige eeuw?

„Ik behoor  tot de generatie van Freek de Jonge, Youp van ’t Hek, Jan Slagter en Mart Smeets. Oude witte mannen die deep down al die veranderingen helemaal niets vinden. Wat dat betreft stond ik altijd al wat anders in het leven. Neemt niet weg dat ik nu soms ook concessies doe. En me twee keer afvraag of sommige grappen wel zo nodig zijn. Is het wel nodig om te kwetsen? Vroeger werd er tegen een vrouwen in een broek met leren pijpen lachend geroepen: ‘Maar heb je ook leren pijpen?’ Dat soort opmerkingen kunnen niet meer. Die gaan eruit. Dat moet ook. Veranderingen zijn goed. En wij moeten als oude garde de sleutels van het land aan een nieuwe generatie over gaan geven.”

En als u dan het leven aan de rand van uw zwembad op Ibiza overpeinst, denkt aan dan nog wel eens  terug aan die Haagse jongen uit Moerwijk?

 „Ja, natuurlijk. Die blijft altijd in mij zitten. Ik ben altijd een idealist geweest, maar ik heb ook altijd gedroomd van een huis in Spanje mét zwembad. En dat heb ik nu. En dat vind ik geweldig. Er zijn vaak momenten dat ik me intens gelukkig voel. Gewoon met mezelf. ‘Laat mij maar alleen’, is mijn lijflied. Geen vrouwen die aan mijn kop zeuren over kinderen. Die tijd is geweest. Ik heb nu een latrelatie in Nederland. Af en toe ben ik in Utrecht onder de mensen. Ben ik bij mijn vriendin, bezoek ik mijn broer of drink ik wat in de kroeg. En daarna trek ik me in  mijn eentje weer terug op Ibiza. Mijn vader zou het prachtig hebben gevonden, maar  mijn moeder vond zo’n luxe leventje in Spanje helemaal niets.”

Voelt u zich dan soms een beetje schuldig?

„Schuldig niet. Dat is een te groot woord. Eerder schaamte. Af en toe voelt het wel wat ongemakkelijk om een huis met drie voetbalvelden te hebben. Soms geef ik wat weg. Of laat ik mensen bij me slapen die het even moeilijk hebben.”  

'Alleen als je geld hebt, dan is de vrijheid niet duur', luidt een zin uit Over de muur. Gaat dat op voor u? 

„Dat is zo, ja. Dat geldt niet alleen voor de Turken in het Berlijnse Kreuzberg, maar ook voor Harrie Jekkers in Utrecht en op Ibiza. Ik heb het geluk gehad dat ik mijn geld en mijn vrijheid bij elkaar heb kunnen zingen. En al die liedjes laat ik na aan de mensheid. Daar is deze Hagenees uit Moerwijk best een beetje trots op.”

    • zo 13 okt
      15:00 - 17:10
      Koninklijke Schouwburg
      Grote zaal
    • zo 24 nov
      15:00 - 17:10
      Koninklijke Schouwburg
      Grote zaal
    • zo 1 dec
      15:00 - 17:10
      Koninklijke Schouwburg
      Grote zaal
    • zo 8 dec
      15:00 - 17:10
      Koninklijke Schouwburg
      Grote zaal
    • zo 15 dec
      15:00 - 17:10
      Koninklijke Schouwburg
      Grote zaal
    • zo 2 feb
      15:00 - 17:10
      Koninklijke Schouwburg
      Grote zaal
    • zo 9 feb
      15:00 - 17:10
      Koninklijke Schouwburg
      Grote zaal
    • zo 16 feb
      15:00 - 17:10
      Koninklijke Schouwburg
      Grote zaal
    • zo 23 feb
      15:00 - 17:10
      Koninklijke Schouwburg
      Grote zaal
    • zo 2 mrt
      15:00 - 17:10
      Koninklijke Schouwburg
      Grote zaal
    • zo 16 mrt
      15:00 - 17:10
      Koninklijke Schouwburg
      Grote zaal
    • za 5 jul
      15:00 - 17:10
      Koninklijke Schouwburg
      Grote zaal
    • zo 6 jul
      15:00 - 17:10
      Koninklijke Schouwburg
      Grote zaal
    • za 12 jul
      15:00 - 17:10
      Koninklijke Schouwburg
      Grote zaal
    • zo 13 jul
      15:00 - 17:10
      Koninklijke Schouwburg
      Grote zaal
    • zo 22 sep
      15:00 - 17:10
      Koninklijke Schouwburg
      Grote zaal
    • zo 29 sep
      15:00 - 17:10
      Koninklijke Schouwburg
      Grote zaal
    • zo 6 okt
      15:00 - 17:10
      Koninklijke Schouwburg
      Grote zaal