Column Peter Heerschop: medicijn
Onlangs heeft minister Bruins het nieuwe laboratorium geopend van de Haagse apotheker Paul Lebbink. Lebbink gaat er goedkopere varianten maken van dure medicijnen.
Het gaat onder andere om – te – dure medicijnen tegen kanker.
Lebbink, die wel het gevaar loopt dat een boos groot-graaierig deel van de medicijnindustrie achter hem aan komt.
Die industrie verklaart de hoge prijzen door de hoge ontwikkelingskosten waarmee de patiënt tot economisch winstobject wordt gereduceerd.
Lebbink is mij een dappere strijder. Een medicijnman met een groot wetenschappelijk hart. De Robin Hood van de Farmacie.
Met als doel, mensen voor minder geld meer kansen bieden.
Of op zijn minst mensen zich beter te laten voelen.
Dat deed mijn vader ook.
Ik kom uit de sloppenwijken van Bussum.
Veel geld was er niet. Ook niet voor de dokter.
Ik ben daar zelf ook nogal gevoelig voor geweest.
Als ik vroeger groeikrampen had in mijn been, dan smeerde mijn vader er een middel op waarvan hij zei dat hij dat van dokter Van Laarhoven had gehad. Het was een middel dat – volgens dokter Van Laarhoven – eerst erg warm zou worden en dan zou intrekken en ook de diepe spieren goed zou ontspannen. En zo was het. Het voelde heel warm, en het werkte heel diep. Later gaf hij toe dat het gewoon slaolie was geweest.
Zo kregen wij thuis bij hoofdpijn een half pepermuntje en bij rugpijn een kussensloop met wilde spinazie. Allemaal via dokter Van Laarhoven, waarvan later bleek dat die helemaal geen arts was maar een verwarmingsmonteur met een chique bril en een nette uitspraak.
Je kunt deze twee berichten zien als metaforen voor kunstbeleid.
Zoals in het geval van apotheker Lebbink die ‘de kans op genezing’ betaalbaar houdt.
Kunst heeft ook een bewezen effect op welbevinden.
Mensen voelen zich beter bij het ervaren van schoonheid.
Daarom mogen kunstsubsidies niet onder vuur liggen.
Theaters moeten juist voor zo veel mogelijk mensen te bezoeken zijn. Voor zo veel mogelijk mensen betaalbaar zijn.
In het voorbeeld van ‘Dokter Van Laarhoven’ zie je de genezende kracht van inbeelding. De vergeten pijn op de grens van spelen en zijn.
Kun je zeggen, dat is allemaal wel wat vergezocht.
Het is allemaal nogal ‘bedacht’.
Dat kan. Maar ik vind het gewoon leuk om te kijken of ik zo veel mogelijk berichten kan draaien naar een pleidooi voor meer theaterbezoek.
Moet je ook doen.
Word je heel vrolijk van.
Foto: De Schaapjesfabriek